Koen Geens: ‘Vrijheid van meningsuiting gebonden aan tijd en ruimte’

op 18 juni 2021 21:00 Doorbraak Radio

Naar aanleiding van het debat rond vrije meningsuiting kroop Koen Geens, jurist en politicus voor CD&V, in zijn pen. In een opiniestuk beargumenteert hij waarom het geen goed idee is de vrijheid van meningsuiting nog verder in te perken. In deze aflevering van Doorbraak Radio geeft Geens meer uitleg over dat standpunt.

Hoe absoluut is vrije meningsuiting?

Geen enkel grondrecht is 100% absoluut, zegt Geens. ‘Maar in een liberale democratie is de vrijheid van meningsuiting één van de belangrijkste negatieve vrijheden.’ Met negatieve vrijheid bedoelen we een vrijheid waarin de staat de burger niet mag hinderen, tenzij dat absoluut noodzakelijk is. ‘Wanneer de staat dus een beperking oplegt via een wet moet ze goed nadenken of dit noodzakelijk, legitiem en proportioneel is.’

De grens van vrijheid

Vrije meningsuiting is gebonden aan tijd en ruimte, zegt Geens. Het recht op vrije meningsuiting wordt niet op dezelfde manier gedefinieerd in verschillende landen. ‘In Oekraïne wordt vrije meningsuiting niet op dezelfde manier beleefd als in een vrijgevochten land als Denemarken.’ Daarnaast is de vrije meningsuiting ook gebonden aan de tijd. ‘Het Europese Hof voor de rechten van de mens denkt vandaag de dag anders over homoseksualiteit dan pakweg 70 jaar geleden.’ Vrije meningsuiting kan je dus niet op een definitieve manier regelen en beheersen, benadrukt Geens. Het is in een bepaalde context dat men beslist wat kan en niet kan.

De angst dat bepaald gedrag tot geweld kan leiden is groot

Het probleem vandaag de dag is dat de verschillende samenlevingen sterk vermengd zijn met elkaar. ‘Binnen gemeenschappen ontstaat er een clash of civilizations.’ Culturen worden verplaatst en dat kan voor botsingen zorgen op morele thema’s. Rechters bij het Europese Hof voor de rechten van de mens willen daarom vooral de religieuze vrede in Europa bewaren, zegt Geens. ‘De angst dat bepaald gedrag tot geweld kan leiden is groot.’

Waar begint het strafbare?

De grootste moeilijkheid van het strafrecht is dat het op illegaliteit gestoeld is, aldus Geens. ‘Dat is tegelijkertijd ook de bescherming van de burgers.’ Een strafrechter kan dus pas een sanctie uitspreken wanneer iets als illegaal omschreven staat door de wetgeving. Wanneer in die wetgeving dan woorden worden gebruikt als ‘aanzetten tot haat’ is het moeilijk om hier een duidelijke lijn in te trekken omdat dit door iedereen anders begrepen wordt.

Geens begrijpt dat sommige rechters, ingegeven door angst dat bepaald gedrag de aanzet zou kunnen zijn tot geweld, vonnissen vellen die de vrijheid van meningsuiting lijken te beperken. Vooral wanneer het dan over religie gaat. Maar Geens waarschuwt ook dat deze rechters moeten oppassen om zich niet te hard op het terrein van beleidsmakers te begeven. Daarom is het belangrijk om in een multiculturele samenleving een gedeelde cultuur te creëren. Die geeft de kans om over allerlei morele en religieuze thema’s te spreken. ‘Deze thema’s zijn heel delicaat maar als jurist vind ik wel dat de rechters zich hebben vergist in bepaalde vonnissen zoals in het vonnis over het spandoek van Voorpost’.

De wijziging van artikel 150

De grondwetswijziging van artikel 150 laat persmisdrijven die haat behelzen voortaan toe aan een gewone rechter. Als die wijziging er komt is het belangrijk dat dit gesteund wordt door alle democratische partijen, vindt Geens. ‘Je kan dit niet tegen een bepaalde zijde van het politieke spectrum doen.’ Een democratische samenleving die vreedzaam wil zijn moet brede steun hebben voor dergelijke grondwetswijzigingen, zegt Geens.

Een belangrijke reden om het artikel 150 van de grondwet te wijzigen, zijn de terreurprocessen. Die kunnen daardoor voortaan door een gespecialiseerde correctionele rechtbank komen in plaats van voor het Hof van Assisen. ‘Een gespecialiseerde rechtbank kan voor eenheid van rechtspraak zorgen onder controle van het Hof van Cassatie.

Beluister Doorbraak Radio met Koen Geens »