Wetboek van Economisch recht - Insolventie

B.S. 11 september 2017 Hercodificatie basiswetgeving

Wie vandaag in moeilijk vaarwater komt met zijn onderneming moet beroep doen op procedures die in verschillende wetten zijn opgenomen. Door één wet te creëren krijgt de ondernemer meer rechtszekerheid. Concreet zal er worden ingezet op meer overlevingskansen voor ondernemingen in moeilijkheden en moet het ondernemerschap blijvend worden gestimuleerd voor wie al eens in faling is gegaan. Ook wie failliet gaat verdient immers een tweede kans. De wet trad in werking op 1 mei 2018.

De volgende concrete maatregelen zullen ondernemerschap stimuleren:

Inzetten op een tweede kans

Ondernemers nemen risico’s. Een faillissement betekent niet altijd dat de ondernemer slecht bestuurd heeft. Vandaar dat de ondernemer niet mag worden gestigmatiseerd. Integendeel. Om het ondernemerschap te  blijven stimuleren en in te zetten op de tweede kans zal wie in faillissementsprocedure zit opnieuw kunnen starten met een onderneming. Zo moet de ondernemer niet meer wachten tot het einde van de afwikkeling van het lopende faillissement. De schulden die niet kunnen worden terugbetaald kunnen binnen dat faillissement kwijtgescholden worden als de rechter daarmee akkoord gaat. De term verschoonbaarheid verdwijnt hierdoor.                        

Centraal register solvabiliteit

Men zal zich niet langer moeten verplaatsen naar de griffie van de rechtbank om een faillissementsdossier neer te leggen. Zowel de rechtbanken van koophandel, de griffiers, de rechters in handelszaken en de curatoren vragen al jaren naar een geïnformatiseerde faillissementsprocedure. Alle mogelijke schuldeisers, bijvoorbeeld banken, werknemers, leveranciers, kortom iemand die geld moet krijgen van een onderneming hebben belang bij deze digitale procedure. Ook voor curatoren (advocaten) en griffies van de rechtbanken betekent dit dat ze niet onnodig betrokken worden in een papiermolen. De faillissementsprocedure wordt hierdoor efficiënter afgehandeld.

Insolventieprocedure voor vrije beroepen

Ook de beoefenaars van vrije beroepen hebben, zoals alle andere ondernemers, recht op  de openstelling van de gepaste instrumenten voor  het geval dat zij in financiële moeilijkheden komen. Het insolventierecht moet meer dan ooit ook voor hen een vangnet zijn, een reddingsboei voor het geval dat het niet loopt zoals verwacht. Net als alle ondernemers krijgen de vrije beroepen nu ook de mogelijkheid om hun onderneming of samenwerkingsstructuur op een ordentelijke wijze aan te passen, te laten beschermen of te laten ophouden, met respect voor de eigenheid van het vrij beroep.

Stimuleren minnelijk akkoord

Het vernieuwd minnelijk akkoord verzekert de schuldeiser dat de betalingen die hij ontvangt kan behouden. Ook wordt de mogelijkheid gegeven om dit akkoord uitvoerbare kracht te geven, wat betekent dat de schuldeiser, bij stilzitten van de schuldenaar, het akkoord voor de rechtbank kan afdwingen. Nieuw is ook dat de schuldenaar die in moeilijke papieren zit maar die zelf niet in staat is om orde op zaken te stellen, een beroep kan doen op een ondernemingsbemiddelaar die de schuldenaar kan bijstaan bij het opstellen van een akkoord met de schuldeisers. Deze maatregelen maken dat de onderneming in moeilijkheden heel snel in haar situatie kan ingrijpen en een doorstart kan maken tegen een zeer lage prijs.

Lees de volledige regelgeving voor vzw's in de brochure 'De vzw na de hervorming: van start tot finish'.