Mondelinge vraag van Koen Geens aan minister Van Quickenborne over ‘de hulp aan de slachtoffers van de aanslagen’ in de Commissie Justitie

Klik hier voor het verslag van de Kamer Parlementaire tussenkomsten

Koen Geens (CD&V): Mijnheer de minister, ik neem het woord over de kwestie, omdat het niet goed zou zijn mij te verstoppen wanneer het gaat over een materie die ons sinds 2016 na aan het hart ligt.

Het is niet de eerste keer dat er discussie ontstaat tussen de slachtofferverenigingen opgericht naar aanleiding van de aanslagen van Maalbeek en Zaventem. Ik ben ervan overtuigd, mijnheer de minister, dat u net als ik uw uiterste best doet de sereniteit van het klimaat tussen beide slachtofferverenigingen zoveel mogelijk te bewaren. Ik dring erop aan dat dat zou gebeuren. Het is iets makkelijker voor mij dan voor u te zeggen dat u ook bij de collega's moet aandringen. De polemiek ter zake is niet gezond, niet voor de slachtoffers, niet voor het land, niet voor het algemeen belang.

U hebt vooralsnog gekozen voor het voorstel dat ontwikkeld werd door V-Europe. Op het eerste gezicht zal de samenwerking tussen beide organisaties de volgende maanden en misschien wel jaren nog verstoord zijn. Ik hoop heel sterk van niet, want iedereen heeft daar belang bij.

Mijnheer de minister, kunt u ons verduidelijken waarom u gekozen hebt voor het coachingproject van V-Europe en waarom u dat voor de ondersteuning van de slachtoffers goed vindt?

Kunt u ons bevestigen dat het project geen enkel slachtoffer van de aanslagen uitsluit? Ik hoor het u graag bevestigen om iedereen gerust te stellen.

Welke stappen, meent u, kunnen verder ondernomen worden om ervoor te zorgen dat de samenwerking tussen V-Europe en Life4Brussels, nu zij beide erkend zijn door de Koning, niet verder verzuurt?

Ik dank u alvast voor uw antwoord en wens u veel moed toe bij de uitvoering van die moeilijke taak. Ik geef mij daar rekenschap van. Ik weet waarover het gaat. Alle succes!

Minister Vincent Van Quickenborne: Men stelt mij voortdurend dezelfde vragen, niet omdat ik die vragen niet beantwoord, maar omdat de antwoorden niet schijnen overeen te komen met wat men horen wil. Ik neem mijn verantwoordelijkheid op als minister van Justitie, ook voor de ondersteuning van de slachtoffers. De keuze voor V- Europe is geen keuze tegen een andere vereniging, maar een keuze ten voordele van de slachtoffers. Alle slachtoffers van terrorisme zullen er een beroep op kunnen doen.

Ik hoor dat men zelfs het nut van coaches in twijfel trekt! De slachtoffers én de parlements- leden waren nochtans vragende partij voor dit project. Sommige slachtoffers zijn nog steeds op zoek naar begeleiding, een luisterend oor en ondersteuning.

Op 9 juni heb ik al een poging gedaan om u uit te leggen waarom er voor V-Europe gekozen werd. De erkenning van die vereniging bij het koninklijk besluit van 29 november 2019 was op de volgende punten gebaseerd: V- Europe is georganiseerd als een ivzw, met zetel in België; de doelstelling van de vereniging is de duurzame en niet- discriminerende ondersteuning van de slachtoffers van terrorisme; en ze kan onder haar leden personen aanduiden die over de opleiding, de beroepservaring en voldoende juridische kennis beschikken om de slachtoffers van terrorisme bij te staan.

Collega Geens, V-Europe is ook internationaal erkend. In 2018-2019 werd V-Europe aangesteld voor het onderzoek naar de toestand van de slachtoffers van terreur in Europa voor het bijzonder rapport ter onderzoek van compensatie van slachtoffers van mevrouw Milquet voor de toenmalige voorzitter van de Europese Commissie Jean- Claude Juncker. V-Europe is lid van het executive committee van het European Centre of Expertise for Victims of Terrorism, waar V-Europe de Europese verenigingen van slachtoffers van terreur vertegenwoordigt.

In 2020-2021 werd op initiatief van Europees commissaris Didier

Reynders het Victims' Rights Platform opgericht. V-Europe werd als lid erkend van dat platform van de Europese Commissie. V-Europe werkt samen met Europese en pan-Europese partners om slachtoffers van terreur beter te ondersteunen.

Het komt de Staat toe initiatieven te nemen om de slachtoffers van terrorisme bij te staan. De civiele maatschappij moet echter ook haar rol spelen. Het voorstel van V-Europe gaat uit van de vaststelling dat de slachtoffers ondanks de inspanningen van de bevoegde actoren een beroep moeten kunnen doen op coaches om hen te begeleiden.

Het koninklijk besluit zal de taken en de voorwaarden die moeten worden vervuld om voor de subsidiëring in aanmerking te komen nader bepalen. Ik vind het niet nuttig om de beslissing van mijn voorganger met betrekking tot de termijn voor de indiening van de steunaanvragen terug te draaien.

Tot slot, collega Geens, wat de verzuring tussen de slachtoffer- verenigingen betreft, alsook de manier om die tegen te gaan, nodig ik u uit om mijn antwoord in de commissievergadering van 9 juni nog eens na te lezen. Ik heb toen uitgelegd dat wij een gesprek hebben gehad op mijn kabinet met het oog op verzoening tussen de twee slachtofferverenigingen, maar dat is op niets uitgedraaid. Ik heb op 9 juni ook duidelijk gemaakt dat de slachtofferverenigingen hierin zelf verantwoordelijkheid dragen, maar door, onder meer, niet gestaafde beschuldigingen te uiten van serieuze misdrijven, draagt men daar vooralsnog niet toe bij.

Het belangrijkste is, collega's, dat het project van de coaches alle slachtoffers ten goede kan komen. Ik ben zeker bereid om samen met u het project van de coaches te gelegener tijd te evalueren.

Koen Geens (CD&V): Mijnheer de minister, u zou inderdaad een vergadering organiseren om de samenwerking tussen beide organisaties mogelijk te maken, maar ik heb begrepen dat die niet gunstig is afgelopen.

Het is misschien misplaatst, maar aan de collega's Boukili en Rohonyi zou ik willen vragen om de toon van hun uiteenzettingen over deze kwestie te matigen. Als dat de toon is die zou worden gebruikt tussen beide verenigingen, dan helpen wij als parlementsleden de slachtoffers niet. Stel u even voor dat ik dezelfde toon zou aanslaan met betrekking tot de slachtoffervereniging V-Europe tegen de andere vereniging en tegen de minister. Het is een kwestie van algemeen belang, waaronder we allemaal hebben geleden. Men spreekt dan niet van "Je m'inscris en faux" en andere woorden die ik gehoord heb. De manier waarop dit debat wordt gevoerd, getuigt niet van een volwassen democratie. Ik excuseer me nederig dat ik dit heb durven te zeggen. We helpen die verenigingen niet door de toon over te nemen die zij tegen elkaar zouden gebruiken.

Het incident is gesloten.