Burgerlijk Wetboek - Huwelijksvermogensrecht

B.S. 22 juli 2018 Hercodificatie basiswetgeving

Mensen weten vaak niet welke mogelijkheden ze hebben wanneer ze in het huwelijk stappen. Bij een overlijden of een scheiding komt men dan voor verrassingen te staan. In deze hervormingen focust Koen Geens, net zoals in het nieuwe erfrecht, op de solidariteit van de partners en bieden we de nodige garanties, zonder koppels tot keuzes te verplichten. Het huwelijk moet een feest blijven met oog voor elkaar.

Wanneer mensen trouwen, kunnen ze kiezen tussen een van volgende drie opties:

  1. Wanneer je met je partner huwt zonder huwelijkscontract, kom je automatisch terecht in het ‘wettelijk stelsel’. Ieder behoudt het eigen vermogen dat men zelf opbouwde voor het huwelijk net als de gekregen schenkingen en erfenissen. Beroepsinkomsten en andere inkomsten komen terecht in een gemeenschappelijke pot.
  2. Via een notaris kan je afstappen van de wettelijke regeling en kiezen voor een ‘gemeenschap met huwelijkscontract’. In deze optie wordt de gemeenschappelijke pot vergroot.
  3. Of men kiest net voor de regeling ‘scheiding van goederen’ waarbij men de twee eigen vermogens behoudt zonder gemeenschappelijke pot.

De hervorming van het huwelijksvermogensrecht biedt nog steeds de vrijheid om te bepalen of het koppel gaat voor een grotere vorm van solidariteit dan wel voor meer autonomie over het eigen vermogen. Daarnaast zorg ik voor meer rechtvaardigheid en een beter evenwicht tussen beroepsuitoefening en solidariteit.

Maar wat zal er veranderen?

1. Wettelijk stelsel

Voor bepaalde goederen is het vandaag onduidelijk of ze behoren tot het eigen vermogen of het gemeenschappelijk vermogen. En dat leidt helaas
soms tot problemen. De hervorming biedt daarom meer duidelijkheid op het vlak van de levensverzekeringen, de schade- en arbeidsongevallen en de beroepsgoederen, aandelen en cliënteel. Belangrijk hierbij is dat de hervorming vaak een onderscheid maakt tussen eigendomsrecht en vermogenswaarde van die goederen. In dat geval is het recht op dat goed eigen, maar economische waarde ervan gerealiseerd tijdens het huwelijk is gemeenschappelijk. Er wordt ook een bijzondere regel ingevoerd die bepaalt dat de persoon die de beroepsinkomsten voor zichzelf houdt in een eigen vennootschap voortaan een vergoeding verschuldigd is aan de echtgenoot.

Een voorbeeld:
Een tandarts kocht twintig jaar geleden bij opstart van zijn praktijk een tandartsstoel met gemeenschapsgelden. In het huidige recht behoort
dit bij scheiding of overlijden tot het eigen vermogen van die tandarts, maar is hij zijn echtgenoot wel een vergoeding verschuldigd (gelijk aan
de aankoopwaarde van de stoel). In het hervormde recht blijft de tandarts het recht hebben over de stoel, met inbegrip van zijn recht om
als eigenaar van die stoel te handelen, maar de vermogenswaarde ervan zal tijdens het huwelijk wel gemeenschappelijk zijn. Gevolg: bij overlijden of scheiding krijgt de tandarts de stoel en wordt de stoel aangerekend in het gemeenschappelijk vermogen aan de waarde bij ontbinding.


2. Gemeenschap met huwelijkscontract

Vandaag is het zo dat mensen die ongehuwd samenwonen en een onroerend goed kopen, en dit nadien in de gemeenschap willen brengen wanneer ze in het huwelijksbootje stappen, naar de notaris moeten stappen om een huwelijkscontract af te sluiten tegen betaling.
Het nieuwe huwelijksvermogensrecht geeft de mogelijkheid aan samenwoners om al in de aankoopakte van het onroerend goed een ‘anticipatieve inbreng’ te doen, voor het geval men later ooit zou huwen.

3. Scheiding van goederen

De scheiding van goederen, die bijvoorbeeld nuttig kan zijn bij ondernemers die hun echtgenoot willen beschermen tegen schuldeisers, kan echter ook problemen veroorzaken. Bijvoorbeeld in het geval dat de ene echtgenoot veel minder verdient dan de andere en/of zijn of haar carrière opzij zet om voor het gezin te zorgen. Omdat die echtgenoot nooit deelde in de inkomsten van de andere echtgenoot tijdens het huwelijk, kan die bij de beëindiging ervan dan met zo goed als lege handen achterblijven. Dit leidt tot oneerlijke situaties en kan tot gevolg hebben dat die echtgenoot in de armoede wordt geduwd.

In de hervorming stellen we daarom voor om bij de scheiding van goederen twee opties aan te bieden voor meer solidariteit tussen de gehuwden:verrekening van aanwinsten en de rechterlijke billijkheidscorrectie. Beide opties maken het mogelijk dat er, bij beëindiging van het
huwelijk, een verrekening plaatsvindt tussen de vermogens die elk van beide echtgenoten hebben opgebouwd tijdens het huwelijk. De notaris
wordt steeds verplicht om de toekomstige echtgenoten te informeren over deze mogelijkheden. Dergelijke ‘gemilderde’ scheiding van goederen’
blijft interessant voor ondernemers, omdat de andere echtgenoot tijdens het huwelijk beschermd blijft tegen schuldeisers. Indien de notaris dit
nalaat, kan hij aansprakelijk worden gesteld. De informatieplicht zorgt er bovendien voor dat de mensen bewust zullen nadenken bij de opmaak van
hun huwelijkscontract. Belangrijk om eventuele problemen in de toekomst te vermijden.

Om de mensen ook na het overlijden van hun partner de nodige bescherming te bieden, omvat het hervormde huwelijksvermogensrecht ook een aantal maatregelen met betrekking tot het erfrecht van de langstlevende echtgenoot, ongeacht het huwelijksstelsel waarvoor ze gekozen hebben. In tegenstelling tot vandaag zullen, indien de echtgenoten getrouwd zijn met een stelsel van scheiding van goederen, verre familieleden niet meer plots kunnen opstaan om nog een aandeel in de erfenis te claimen.

Voor meer informatie of voor specifieke vragen neemt u best contact op met uw notaris of via www.notaris.be.

Met een ludieke video vestigt Minister Geens de aandacht op de hervorming van het huwelijksvermogensrecht: